versie 1.0
Care2B: hét bureau voor respijtzorg
Gedragscode MantelzorgKrachten

Introductie
Het doel van de Gedragscode (GC) is ‘professionaliteit’ van beroepsmatige (zorg)hulpverleners, bij ons
beter bekend als Mantelzorgkrachten, onder woorden te brengen en deze omschrijving als leidraad te
laten dienen voor het professioneel functioneren van zorgverleners.

De GC biedt Mantelzorgkrachten ruim voldoende uitgangspunten en richtlijnen om verantwoord te
kunnen handelen in vrijwel alle situaties waarin zij tijdens de uitoefening van hun werkzaamheden
terecht kunnen komen, met als belangrijkste doel: het, binnen een veilige setting, bevorderen van de
gezondheid en het welzijn van de individuen en groepen waarmee zij werken. De GC biedt
Mantelzorgkrachten daarmee een solide basis van normen en waarden waarop zij tijdens de uitoefening
van hun werkzaamheden kunnen bouwen. De vraag of iemand wel of niet de wet overtreedt, kan echter
nooit door toepassing van deze GC alleen beantwoord worden.

De GC biedt geen bescherming tegen rechtsvervolging aan wie zich strikt aan de letter ervan houdt, net
zo min als iemand alleen op grond van overtreden van het gestelde in de GC juridisch strafbaar gesteld
kan worden. Het zich gehouden hebben aan of het overtreden hebben van deze GC kan daarentegen
wel als argument in juridische procedures aangevoerd worden, en, afhankelijk van de omstandigheden,
als ontlastende dan wel belastende factor meegewogen worden in de oordeelsvorming. In geval van
overtreding kan een cliënt, de opdrachtgever of de opdrachtgever namens de cliënt contact opnemen
met de desbetreffende Mantelzorgkracht(en) en hem of haar hierop aanspreken.

De Gedragscode telt vier paragrafen:
1. Respect
2. Integriteit
3. Verantwoordelijkheid
4. Professionaliteit

1. Respect
Respect duidt op het erkennen en eerbiedigen van waarden in het algemeen en iemands persoonlijke en
menselijke waardigheid in het bijzonder. Een Mantelzorgkracht brengt dit tot uitdrukking door
onderstaande gedragsregels na te leven:

1.1
Ieder mens als gelijkwaardig benaderen en behandelen. Niemand voor trekken, noch iemand
achterstellen. Discrimineren niet op leeftijd, geslacht, ras, huidskleur, afkomst, sociale status, politieke
overtuiging, burgerlijke staat, levensovertuiging of welke andere distinctie ook.

1.2
Ieders recht om in vrijheid keuzen te maken, zich te ontwikkelen, en de eigen levensloop te bepalen,
erkennen.

1.3
Cliënten de ruimte geven om eigen beslissingen te nemen en veranderingen in eerder genomen
beslissingen aan te brengen, rekening houdend met eigen normen, waarden, prioriteiten en
levensovertuiging.

1.4
Opkomen voor de belangen van de cliënt, maar houden ook rekening met de belangen van anderen,
inde breedste zin des woord, en werken niet mee aan zaken die schade kunnen berokkenen aan
individuen, groepen, organisaties, de maatschappij, of andere zaken die respect verdienen.

1.5
Rekening houden met het ontwikkelingsniveau, de mogelijkheden en behoeften van de cliënt (fysiek,
emotioneel, intellectueel, sociaal en spiritueel), doen daar nimmer neerbuigend, onverschillig of juist
bewonderend over.

1.6
Erkennen bijzondere verantwoordelijkheden te dragen inzake het opkomen voor de rechten en
menselijke waardigheid van een cliënt die zich in en kwetsbare of afhankelijke positie bevindt zonder
voor zichzelf op te kunnen komen.

1.7
Niet alleen respectvol omgaan met mensen – in het bijzonder de cliënt – maar ook met hun
gedachtegoed, hun bezittingen en hun leefomgeving. De Mantelzorgkracht is daarin een rolmodel voor
de cliënt.

2. Integriteit
Mantelzorgkrachten worden niet alleen in staat geacht om in korte tijd een vertrouwensrelatie op te
bouwen meteen cliënt, maar dienen deze vertrouwensrelatie ook in stand te houden. Dat lukt alleen
zolang de cliënt weet én aanvoelt dat de Mantelzorgkracht(en) integer is/zijn. Maar niet alleen daarom
is integriteit één van de belangrijkste competenties waarover een Mantelzorgkracht dient te beschikken.
De integriteit van eenieder afzonderlijk is belangrijk voor Mantelzorgkracht aan Huis als organisatie,
daar de maatschappelijke uitstraling van één oneerlijke, onoprechte of onrechtvaardige
Mantelzorgkracht alle anderen kan schaden. Aantonen integer te zijn door zowel tijdens als buiten de
beroepsuitoefening, de volgende gedragsregels na te leven:

2.1
Eerlijk, betrouwbaar en oprecht zijn. Zeggen wat je denkt, te doen en doen wat je zegt. Kortom geen
verwachtingen wekken die niet kunnen worden waargemaakt en houden aan de gemaakte afspraken.

2.2
Niet inlaten in de praktijken met die de wet overschrijden of algemeen aanvaarde regels van fatsoen te
buiten gaan.

2.3
Vertrouwelijk omgaan met alle informatie over de cliënt die direct, indirect of door enige andere bron is
ontvangen, en vrijwaart de cliënt van misbruik en ongeautoriseerd openbaar worden van data.

2.4
Geen misbruik maken van situaties, omstandigheden of kennis waarin de cliënt afhankelijk van de
Mantelzorgkracht is, noch om zichzelf of andere relaties te bevoordelen, noch om de cliënt of relaties
van de cliënt te benadelen.

3. Verantwoordelijkheid
Mantelzorgkrachten nemen, als professional, door het aangaan van een (zorg)hulpverleningsrelatie,
verplichtingen op zich, die niet alleen een zwaar beroep doen op het verantwoordelijkheidsgevoel, maar
die ook repercussies hebben op de maatschappij in het algemeen en alle betrokkenen bij het
(zorg)hulpverleningsproces in het bijzonder. Het op verantwoorde wijze hulpverlenen, door zich aan
volgende gedragsregels te houden:

3.1
Het onderkennen van de macht die inherent is aan onze positie en beseffen dat de Mantelzorgkracht
zowel bewust (door het geven van directieven) als onbewust (als rolmodel) grote invloed uit kan
oefenen op de cliënt en mogelijk ook op derden. Daarom bedachtzaam in handelen en voorzichtig met
het doen van uitspraken.

3.2
Bevorderen van het welzijn van de gemeenschap in het algemeen en van participanten in het
(zorg)hulpverleningsproces in het bijzonder, en veroorzaken géén schade.

3.3
Het kennen van zowel de beperkingen van het beroep (professionele mantelzorg) als de grenzen van de
persoonlijke competenties en zorgen dat geen van beide overschreden worden.

3.4
Bewust zijn van de persoonlijke waardigheid en inzicht hebben in de invloed daarvan op de uitoefening
van de werkzaamheden als Mantelzorgkracht.

3.5
Het aanvaarden van, waar nodig, samenwerking met andere (zorg)hulpverleners en professionals,
bijvoorbeeld indien in teamverband gewerkt dient te worden aan grote projecten.

3.6
Het altijd in gedachten houden van de ontwikkeling en het belang van de gehele persoon van de cliënt
en niets ondernemen dat een onevenwichtige of disharmonische ontwikkeling ten gevolge kan hebben.

3.7
De bevrediging van eigen emotionele- en of andere behoeften niet afhankelijk laten maken van de
relatie met een cliënt.

3.8
Gedurende een (zorg)hulpverleningsrelatie geen seksuele of andere intieme relatie met een cliënt aan.

4. Professionaliteit
Beroepshalve hebben Mantelzorgkrachten van (zorg)hulpverlening hun beroep gemaakt. Voor hen is
(zorg) hulpverlening een vak, een professie. Klanten verwachten niet alleen dat beroepsmatige
Mantelzorgkrachten hun dienstverlening deskundig en op hoog niveau uitoefenen, zij hebben er zelfs
recht op. Mantelzorgkrachten, als beroepsmatige (zorg)hulpverleners die professioneel te werk gaan,
doen dat onder meer door zich aan onderstaande gedragsregels te houden:

4.1
Privéleven en werk strikt van elkaar gescheiden houden en zorgen er niet alleen voor dat het één geen
schade lijdt door het ander, maar streven ernaar het beste uit beide naar boven te halen.
In dit opzicht het zijn van een rolmodel voor de cliënt.

4.2
Het zichzelf regelmatig onder de loep nemen, het doen aan zelfreflectie en het toepassen van
zelfanalyse om na te gaan hoe en in welke richting zichzelf al mens én als (zorg)hulpverlener te
ontwikkelen, om optimaal te kunnen blijven functioneren.

4.3
Het zichzelf op de hoogte houden van ontwikkelingen, open staan voor nieuwe inzichten en
onderzoeken nieuwe methoden op gebied van (zorg)hulpverlening, onder meer door lezen van
(vak)literatuur, het volgen van bij- en nascholingen, het bezoeken van symposia, het deelnemen aan
bijeenkomsten/workshops, en/of het gebruik maken van mogelijkheden van supervisie.

4.4
Het hebben van een aansprakelijkheidsverzekering of het op andere wijze gezorgd hebben voor dat
eventuele schaden waar Mantelzorgkrachten op kunnen worden aangesproken, in redelijkheid gedekt
zijn.

4.5
Cliënt en/of andere betrokkenen (bijvoorbeeld de betalende instantie) desgevraagd informeren zonder
terughoudendheid, over welke opleiding, c.q. ervaring en kwalificaties aanwezig zijn en welke methoden
en stijl er (voornamelijk) wordt gebruikt bij de (zorg)hulpverlening. Het hebben van een Curriculum
Vitae is verplicht.

4.6
Het onderscheid kunnen maken tussen een (zorg)hulpverleningsrelatie en andere relatievormen, zoals
een vriendschapsrelatie en een zakenrelatie en staan niet toe dat er belangenverstrengeling optreden.
Bij dreigende vermenging van relaties zal de Mantelzorgkracht(s) óf de zorg hulpverleningsrelatie
beëindigen, dan wel de relatie opschorten.

4.7
Het collegiaal zijn richting andere beroepsmatige zorghulpverleners, en het bereid zijn mee te werken
aan voortgaande professionalisering van het beroep en het optimaliseren van het imago.